Treingedicht III

Ik zit naast een trein, achterop
en reis mee
We zijn in beweging, naar
ergens misschien
Stoppen onszelf in het woord
wat vertraging
Stappen wel af langs een rand
ergens later.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *