Natuurlied

Zucht in, zucht uit: verwasemend. Verzacht, verzucht: verademend. En zuigend aan de ijle lucht – verzoeken aan de verre vlucht van wellende zonnetranen. Die niet en nooit de diepte willen weten. De diepte onder dag en gras. Verborgen onder rottend was. De zoete zalige zolder, van zonder meer aardedonker holte. Wat zorgeloze zevende wereld van…

Het verloren kind

Het kind kroop langzaam de donkere mijnschacht in, met een lichaam als een spin. Eerst kwamen de tengere armpjes, breekbaar en toch taai als halmen van groen gras. Dan kwamen de gespierde beentjes, dun en toch ook stevig, als een lichtstraal van hoop in een donkere barak. Tussen beide zweefde het lichaampje, met ribbels in…